Een leven lang leren

Een citaat uit de ‘agenda voor een leven lang leren’ uit het coalitieakkoord: “een goed ondernemersklimaat is gebaat bij een goede aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt. Wij delen de zorg van ondernemers om ook in de toekomst voldoende gekwalificeerd personeel te hebben en te behouden. Het is noodzakelijk dat nieuwe kennis en vaardigheden aangeleerd en bijgehouden worden. Een leven lang ontwikkelen, zodat (toekomstige) werknemers duurzaam inzetbaar zijn en blijven.”

Gisteren (25 maart 2019) is het rapport ‘levenslang leren en competentie-ontwikkeling’ gepubliceerd van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt waarin aangegeven wordt dat ruim een kwart van de werkenden nog nooit een cursus gevolgd heeft in zijn of haar arbeidsloopbaan. Het gaat daarbij vooral om laagopgeleiden, een kwetsbare doelgroep indien de arbeidsmarkt om nieuwe kennis en vaardigheden vraagt. Nederland is een kenniseconomie met een grote sector dat gericht is op dienstverlening en innovatie. Mede door de informatisering en digitalisering is eenvoudig werk steeds complexer geworden en moeten mensen in tegenstelling tot vroeger over meer en specifiekere kennis en vaardigheden beschikken. De eisen die werkgevers stellen wat betreft opleiding en werkervaring van de beroepsbevolking veranderen. Niet alleen zijn de specifieke praktische en technische vaardigheden belangrijk, ook wordt waarde gehecht aan de mate waarin de werknemer competent is op sociaal en communicatief vlak. Daarnaast moeten ze in staat zijn zelfstandig problemen op te lossen en kritisch te denken binnen een dynamisch werkveld. Hoger opgeleiden beschikken over het algemeen over deze competenties, maar lager opgeleiden missen vaak deze competenties en verwerven in hun verdere loopbaan deze ook niet gemakkelijk meer. Daardoor wordt de positie van de lager opgeleiden nog kwetsbaarder. Een leven lang leren of ontwikkelen is dus van groot belang. Een van de manieren om dit mogelijk te maken is de invoering van zogenaamde leerwerkbanen, individuele leerrekeningen of scholingscheques.


Tijdens de commissievergadering op 11 september 2018 is bovenstaande ook al deels aan bod gekomen over om- en bijscholing van Dinkellanders die op dat moment zonder werk zaten en de mismatch tussen vraag en aanbod. De Dinkellandse VVD vroeg aan de wethouder of scholing en leerwerkbanen actief onder de aandacht worden gebracht bij deze Dinkellanders. Dit werd tijdens de commissievergadering bevestigd door het college. Er werd ook aangegeven dat “de investering duidelijk moet leiden tot een verbetering van de kans op de arbeidsmarkt”. Ook werd gevraagd of Dinkellandse ondernemers op de hoogte zijn van de mogelijkheden van leerwerkbanen. Dit werd eveneens bevestigd door het college. Het college gaf daarbij ook aan dat er allerlei bijeenkomsten worden georganiseerd met ondernemers en dat leerwerkbanen daarbij expliciet onder de aandacht kunnen worden gebracht. Het college heeft aangegeven dit beter op te gaan pakken bij dit soort bijeenkomsten.


De economische groei is momenteel zo sterk dat er in verschillende sectoren grote tekorten zijn qua personeel en dat terwijl er veel mensen zijn die momenteel zonder werk zitten. Velen van deze mensen krijgen een uitkering die betaald wordt door de belastingbetaler. Als Dinkellandse VVD vinden we het mooi dat we in Nederland een sociaal vangnet hebben voor mensen die buiten hun schuld zonder werk komen te zitten. Daarnaast vinden we wel dat juist in deze tijden van economische groei er alles aan gedaan moet worden om mensen die momenteel zonder werk zitten aan het werk, de studie of een combinatie daarvan te krijgen. We zitten als Dinkellandse VVD overigens niet te wachten op een gesubsidieerde Melkertbaan, want deze banen verdwijnen als eerste zodra de economie niet meer zo lekker loopt. 


Dan nu de vragen:


1) Hoeveel Dinkellanders met een WW- of bijstandsuitkering hebben behoefte aan om- of bijscholing?

2) Hoeveel Dinkellanders met een WW- of bijstandsuitkering hebben tussen september 2018 en maart 2019 scholing gevolgd?

3) Zijn er Dinkellanders met een WW- of bijstandsuitkering die geen scholing willen volgen? Zo ja, hoeveel zijn dit er?

4) Kan het college uitleggen wat ze precies bedoelt met de uitspraak van 11 september 2018: “de investering moet duidelijk leiden tot een verbetering van de kans op de arbeidsmarkt”?

5) Wat houdt deze investering precies in voor de gemeente Dinkelland?

6) Is het college op de hoogte van het Twents Fonds voor Vakmanschap?

7) Hoeveel van de inmiddels 200 aanvragen voor het Twents Fonds voor Vakmanschap  bestaat uit Dinkellanders?

8) Kunnen Dinkellanders met een WW- of bijstandsuitkering aanspraak maken op het Twents Fonds voor Vakmanschap of andere instrumenten om weer aan de studie en/of aan het werk te beginnen? Zo ja, hoe biedt de gemeente Dinkelland dit aan?

9) Ondersteunt de gemeente Dinkelland zelf Dinkellanders die weer aan het werk of de studie moeten of wordt dit centraal geregeld via het Werkplein?

10) Is inzichtelijk welke werkzaamheden Dinkellanders die een WW- of bijstandsuitkering ontvangen wel of niet kunnen uitvoeren?